Hoe ziet de toetsing bij verlies hypotheekrenteaftrek eruit?

NHG

Er ontstaat feitelijk een extra toetsmoment, net zoals bij de methode die wordt gehanteerd als een schuldenaar een verminderd inkomen ontvangt binnen 10 jaar, bijvoorbeeld bij bereiken van de AOW-leeftijd.

Bij verlaagd inkomen door bijvoorbeeld AOW wordt de maximale financieringslast naar beneden bijgesteld. Bij vervallen hypotheekrenteaftrek wordt de financieringslast fictief gecorrigeerd aan de hand van de woonquotes voor niet-aftrekbare hypotheekrente.

Rekenvoorbeeld 
De familie Janssen heeft sinds 1 juni 2001 een eigen woning. Eerst hadden zij een eengezinswoning met tuin, maar toen de kinderen het huis hadden verlaten is deze op 1 juni 2013 ingeruild voor een gelijkvloers appartement. Op 1 juni 2001 hadden zij een spaar-/ en aflossingsvrije hypotheek, per 1 juni 2013 een annuïteiten-/en aflossingsvrije hypotheek. Voor de oorspronkelijke hypotheek van € 200.000 geldt het volgende: 
1. Voor een aflossingsvrij leningdeel van € 100.000 is nog recht op hypotheekrenteaftrek tot 1 juni 2031 
2. Inmiddels is er € 20.000 afgelost op het annuïtaire leningdeel. Voor het openstaande annuïtaire leningdeel van € 80.000 is nog recht op hypotheekrenteaftrek tot 1 juni 2043 

Per 1 juli 2021 wil de familie Janssen de hypotheek oversluiten en met een leningdeel van € 20.000 verhogen voor verbouwing en verduurzaming. De rente van deze lening wordt 2%. De bijbehorende woonquote voor box 1 leningen bedraagt 21%, voor box 3 leningen bedraagt deze 19%. 
Resultaat: over 9 jaar en 11 maanden verschuift het aflossingsvrije leningdeel van box 1 naar box 3. Daar moet in de toetsing bij de aanvraag rekening mee gehouden worden:
* Gedurende de eerste 119 maanden bedraagt de toetslast € 369,62 (ann bij 2%)
* Vanaf maand 120 bedraagt de gecorrigeerde toetslast € 408,53 (21/19 * € 369,62)
* De aanvraag moet op beide lasten getoetst worden en passend zijn