B2: Wijziging of vervanging lening

Zoek in

waarborgfonds van het WEW (

In het kort

Tijdens de looptijd van een lening met NHG kan er een wijziging van situatie plaats vinden. Er is dan mogelijk een wens om de lening te wijzigen of door een ingrijpende gebeurtenis zal de lening gewijzigd of afgelost moeten worden. In artikelen B staan de mogelijkheden en voorwaarden.

B2: Wijziging of vervanging lening

  1. De geldverstrekker is bevoegd met de geldnemer een wijziging van de voorwaarden van de lening of een vervanging van de lening overeen te komen.

  1. Uitsluitend indien sprake is van een 'bestaande eigenwoningschuld' (zie definities) is het toegestaan tijdens de looptijd de lening(en) geheel of gedeeltelijk aflossingsvrij te maken, met inachtneming van Artikel B3, onder de voorwaarde dat het totale aflossingsvrije gedeelte niet meer is dan 50% van de waarde van de woning op het moment van wijziging of vervanging van de lening. Het aflossingsvrije gedeelte mag uitsluitend betrekking hebben op het gedeelte van de bestaande eigenwoningschuld.

  1. Indien de bestaande eigenwoningschuld tijdens de looptijd van een leningdeel komt te vervallen door het einde van de 'maximale termijn van de hypotheekrenteaftrek' (zie definities ), dan is het toegestaan dit leningdeel ongewijzigd voort te zetten voor de resterende looptijd van de lening. Voor zover het ongewijzigd voortzetten een aflossingsvrij leningdeel betreft, geldt dat dit uitsluitend betrekking mag hebben op het aflossingsvrije gedeelte van de bestaande eigenwoningschuld op de datum bindend aanbod met inachtneming van Norm 5.1.4 lid 1 sub a.

  1. Het is de geldverstrekker toegestaan het opbouwproduct om te zetten indien dit leidt tot verbetering van de individuele klantsituatie. Indien noodzakelijk mag hierbij lid 2 van dit artikel buiten beschouwing worden gelaten.

  1. Indien het vrijgeven van het opbouwproduct noodzakelijk is vanwege relatiebeëindiging geldt dat de opgebouwde waarde van het opbouwproduct wordt aangewend om de bestaande eigenwoningschuld te verlagen voordat de verdeling plaatsvindt.

  1. Het is de geldverstrekker toegestaan de bestaande verplichte verpanding van de overlijdensrisicoverzekering te laten vervallen.

  1. De borgtocht strekt niet verder dan de oorspronkelijke borgtocht.

  1. De geldverstrekker is bevoegd aan de geldnemer aanvullende financieringen zonder NHG te verstrekken

  1. Een melding aan de stichting is niet nodig; er is geen borgtochtprovisie verschuldigd.

Degene met wie de stichting een standaard overeenkomst van borgtocht in de zin van artikel 7:850 BW ter zake van leningen aan geldnemers heeft gesloten. 

Iedere natuurlijke persoon, ten behoeve van wie een borgtocht in de zin van artikel 7:850 BW van de stichting tot stand is gekomen tot zekerheid voor de nakoming van zijn betalingsverplichtingen, voortvloeiend uit (een) lening(en). 

Eén (of meer) geldlening(en), waarvoor de stichting zich borg heeft gesteld, aangegaan door één of meerdere geldnemer(s) met een geldverstrekker. 

De door (een) geldnemer(s) aan de stichting verschuldigde vergoeding voor het verstrekken van een borgtocht.

Toelichting

Met name leningen met een opbouwproduct (zie Definities) of een gedeeltelijke aflossingsvrij leningdeel worden gewijzigd. Maar ook indien sprake is van een bestaande eigenwoningschuld met een annuïtair aflosschema kan een lening(deel) worden gewijzigd. Hiervoor is geen toestemming van de stichting benodigd, mits het nieuwe aflossingsschema voldoet aan de V&N die van toepassing zijn op het moment van wijzigen of vervangen van de lening. Bij het wijzigen of vervangen van de lening dient de geldverstrekker in de gaten te houden dat het aflossingsvrije leningdeel niet meer bedraagt dan 50% van de waarde van de woning op het moment van wijzigen of vervangen van de lening Indien de opgebouwde waarde in het opbouwproduct ertoe zal leiden dat de lening afgelost wordt tot een percentage onder de 50% aflossingsvrij, dan is het toegestaan om het bedrag onder de 50% aflossingsvrij vrij beschikbaar te stellen aan de klant. Het is in dat kader aan de geldverstrekker de geldnemer vooraf goed te informeren over de betekenis van de gevolgen van de opname uit het opbouwproduct in relatie tot het aflossen van de lening aan het einde van de looptijd hiervan.

De stichting is zich ervan bewust dat er tijdens de looptijd van de lening zich knelpunten kunnen voordoen bij opbouwproducten waardoor niet in alle gevallen blijvend aan de V&N kan worden voldaan. Zo komt het bijvoorbeeld voor dat bij aanvang van de lening een beleggingsovereenkomst is afgesloten waarmee de lening aan het einde van de looptijd dient te worden afgelost. Bij beleggingsovereenkomsten is het bekend dat de rendementen kunnen tegenvallen waardoor de lening aan het einde van de looptijd niet kan worden afgelost. Het is de geldverstrekker toegestaan om een opbouwproduct om te zetten indien dit leidt tot verbetering van de individuele klantsituatie. In voorkomende gevallen kan dan ook het aflossingsvrije gedeelte groter zijn dan 50%, maar ten opzichte van de oude situatie zal er verbetering zijn. Het verhoogde risico hiervan ligt echter bij de geldverstrekker. Hierbij wordt wel expliciet gewezen op het feit dat de oorspronkelijke borgstelling hierdoor niet wijzigt.

Het kan noodzakelijk zijn het opbouwproduct vrij te geven vanwege relatiebeëindiging. In dat geval is de geldverstrekker verplicht om de waarde van het opbouwproduct af te lossen op de lening. Hierdoor ontstaat een lagere eigenwoningschuld. Vervolgens kan de bestaande eigenwoningschuld worden verdeeld.

Voor het wijzigen van de lening is voor NHG geen inkomenstoets  nodig. Het staat de geldverstrekker vrij om hierin wel aanvullend te toetsen om zich te vergewissen dat er een verantwoorde financiering blijft bestaan na wijziging.

Het is overigens toegestaan dat de looptijd van de lening/lening-delen wordt verlengd. Het is echter niet zo dat de borgstelling verlengd kan worden. Deze loopt conform Artikel A1 maximaal 30 jaar.

 

ORV-verplichting:
De verplichting tot het verpanden van een ORV is voor NHG niet langer van toepassing. Het is de geldverstrekker vrij om deze verpanding te laten vervallen. Dit houdt niet in, dat de overlijdensrisicoverzekering beëindigd hoeft te worden. Dit kan per klantsituatie verschillen.