6.2 Inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst

Zoek in

waarborgfonds van het WEW (

In het kort

Er zijn verschillende inkomensbronnen. Afhankelijk van de bron zijn ook andere documenten nodig om het inkomen vast te stellen. In Norm 6 staan de voorwaarden per inkomensbron en wat als bestendig inkomen in de toetsing meegenomen kan worden.

6.2 Inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst

  1. Indien sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd (met of zonder een verklaring volgens Norm 6.1.4) kan het inkomen, in plaats van op basis van een werkgeversverklaring (Norm 6.1), ook worden bepaald op de hierna aangegeven wijze (de methodiek Inkomensbepaling Loondienst). De methodiek Inkomensbepaling Loondienst kan ook worden gebruikt om het inkomen van flexwerkers (indien sprake is van inkomen uit een flexibele en/of overige arbeidsrelatie) te bepalen. De Normen 6.1, 6.3, 6.8.1 en 6.8.2 zijn bij gebruik van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst niet van toepassing.

  1. Om het inkomen uit een arbeidsovereenkomst op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst te bepalen, worden het UWV verzekeringsbericht (in PDF formaat met een waarmerk) en de werknemersbijdrage pensioen van de aanvrager ingevoerd in de daarvoor bestemde rekentool. Deze rekentool is beschikbaar op: www.inkomensbepalingloondienst.nl. De aan de rekentool ten grondslag liggende rekenregels zijn beschikbaar.

    Dit inkomen kan, voor zover de geldverstrekker dit verantwoord acht, worden gehanteerd als het maximale inkomen voor de berekening van het toetsinkomen (Norm 6.8.3).

    Dit inkomen kan voor de gehele looptijd van de lening in de toetsing worden betrokken.

  1. De geldverstrekker dient, bijvoorbeeld aan de hand van een door de aanvrager te overleggen salarisstrook of een arbeidsovereenkomst, het volgende te controleren:

  2. de hoogte van de werknemersbijdrage pensioen; en

  3. of de aanvrager nog in dienst is bij de werkgever.

  1. De geldverstrekker dient zich te vergewissen van de juistheid van de op de Inkomensbepaling Loondienst vermelde gegevens aan de hand van een door de aanvrager te overleggen UWV verzekeringsbericht.

    Wanneer op de inkomensbepaling Loondienst de pensioenpremie in mindering is gebracht is, dan is een salarisstrook ook verplicht. Het UWV verzekeringsbericht en de salarisstrook mogen op datum bindend aanbod van de lening niet ouder zijn dan 3 maanden.

Toelichting

De methodiek Inkomensbepaling Loondienst is een manier voor het vaststellen van het inkomen van aanvragers met een loondienstverband en/of flexibele arbeidsrelaties.

UWV verzekeringsbericht
De beschikbare inkomensgegevens komen van het UWV en worden weergegeven op het “UWV verzekeringsbericht”. De aanvrager kan het UWV verzekeringsbericht in PDF-formaat met een waarmerk downloaden op “Mijn UWV”. Het waarmerk is alleen digitaal zichtbaar. Uit dit UWV verzekeringsbericht blijkt het loon- en werkgeversverleden van de aanvrager. Op dit UWV verzekeringsbericht worden beleids- en rekenregels toegepast. De uitkomst hiervan is het inkomen dat maximaal mag worden meegenomen voor de bepaling van het toetsinkomen (Norm 6.8.3).

Beleids- en rekenregels
Op het UWV verzekeringsbericht worden de beleids- en rekenregels toegepast. De beleids- en rekenregels zijn beschikbaar op: www.nhg.nl.

Rekentool
De beleids- en rekenregels zijn verwerkt in een speciaal ontwikkelde rekentool. De adviseur en de geldverstrekker kunnen met behulp van het UWV verzekeringsbericht (PDF met waarmerk) en deze rekentool een inkomen bepalen. De rekentool leest alle relevante gegevens vanuit het UWV verzekeringsbericht. De geldverstrekker vult alleen nog de werknemersbijdrage pensioen in de rekentool in. De rekentool controleert verder automatisch of de PDF van het UWV verzekeringsbericht origineel is (niet gewijzigd) en of de PDF niet te oud is (maximaal 3 maanden). De rekentool is beschikbaar op: www.hdn.nl/inkomensbepalingloondienst.

NHG stelt het gebruik van deze rekentool centraal voor de bepaling van het inkomen. Dat wil zeggen dat de uitkomst van deze rekentool het maximum inkomen (uit een arbeidsovereenkomst) oplevert dat kan worden gebruikt voor de berekening van het toetsinkomen (Norm 6.8.3). De rekentool geeft immers een juiste en volledige berekening van de actuele beleids- en rekenregels. 

Toepasbaarheid van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst
De methodiek Inkomensbepaling Loondienst kan gebruikt worden voor alle aanvragers in loondienst. De methodiek Inkomensbepaling Loondienst levert in 60%-70% van de aanvragen een (bruikbaar) inkomen op. In de overige gevallen levert de methode een te laag (niet reëel) inkomen op. Dit gebeurt veelal in gevallen met grote loonstijgingen, starters op de arbeidsmarkt die geen vast dienstverband hebben en met weinig loonhistorie of aanvragers die in het buitenland in loondienst zijn.

Geldverstrekker en adviseur blijven verantwoordelijk voor de vaststelling van het inkomen. De methodiek Inkomensbepaling Loondienst is een methodiek voor het vaststellen van het inkomen die gefaciliteerd wordt door een rekentool. Dit inkomen kan, voor zover de geldverstrekker dit verantwoord acht, worden gehanteerd als het maximale inkomen. De adviseur/geldverstrekker moet, aan de hand van bijv. de grafiek, vaststellen of in de concrete situatie het inkomen op basis van de beleids- en rekenregels tot een verantwoord toetsinkomen en een verantwoorde financiering leidt. 

NHG is zich ervan bewust, dat in het SV-loon mogelijk bedragen zitten die niet daadwerkelijk kunnen worden aangewend voor de betaling van de hypotheek, zoals loon in natura (anders dan in geld) of te belasten vergoedingen/bedragen die worden verstrekt voor een bepaald doel (doelbestedingen). Het gaat echter doorgaans om lage bedragen in verhouding tot het inkomen; bedragen waar een kostenbesparing tegenover staat of bedragen die niet structureel worden betaald. NHG acht het SV-loon daarom in de praktijk verantwoord. Dat neemt niet weg, dat de adviseur/ geldverstrekker rekening moet houden met de situatie, dat het SV-loon wel een hoog bedrag omvat dat niet daadwerkelijk kan worden aangewend voor de betaling van de hypotheek en  bijvoorbeeld een correctie toepast op het toetsinkomen. Voor NHG echter volstaat naast het UWV-verzekeringsbericht de loonstrook.

Voor wat betreft een eventuele woonkostenvergoeding (voorbeeld van een doelbesteding), wordt gewezen op Norm 1.3. Op grond van Norm 1.3 dient iedere aanvrager van een Nationale Hypotheek Garantie onder meer bewoner van de woning te worden. Bij verschafte huisvesting of een betaalde woonkostenvergoeding dient de geldverstrekker zich er dan uiteraard ook van te vergewissen of de aanvrager daadwerkelijk bewoner van de woning zal worden.

NB: In de beleids- en rekenregels is reeds rekening gehouden met de auto van de zaak. De rekentool corrigeert het inkomen op dit punt.