1.10 Erfpacht- en kortingsconstructies

Zoek in

waarborgfonds van het WEW (

In het kort

Om in aanmerking te komen voor NHG zijn er voorwaarden gesteld aan de aanvragers en de woning. In deze norm lees je welke voorwaarden dit zijn.

1.10 Erfpacht- en kortingsconstructies

  1. Indien er sprake is van een woning met een erfpacht- of kortingsconstructie en de geldnemer hierbij een vermogensrisico loopt, dan dient voor het bepalen van de van toepassing zijnde kostengrenzen, de waarde van het volle eigendom gehanteerd te worden. Daar wordt hier mee bedoeld; de waarde van de woning wanneer er geen sprake zou zijn van een erfpacht- of kortingsconstructie. Die waarde wordt in overeenstemming met Norm 1.7 vastgesteld. Deze norm is niet van toepassing indien er sprake is van een traditionele erfpachtconstructie.

  1. Indien er sprake is van een woning met een erfpacht- of kortingsconstructie, dan dient dit een door NHG goedgekeurde constructie te zijn. De door NHG toegestane erfpacht- of kortingsconstructies staan gepubliceerd op de website van NHG. Deze norm is niet van toepassing indien er sprake is van een traditionele erfpachtconstructie.

  1. Bij een traditionele erfpachtconstructie dient uit de erfpachtovereenkomst de (resterende) duur van het recht van erfpacht te blijken.

  1. Indien een erfpachtovereenkomst is gesloten voor 1 januari 1992, mag de (resterende) duur van het recht van erfpacht niet korter zijn dan de helft van de looptijd van de lening, tenzij in de overeenkomst is opgenomen dat het recht van erfpacht na de (resterende) duur onvoorwaardelijk wordt verlengd. 

Een constructie waarbij de consument bij aankoop van een woning minder hoeft te betalen dan de volledige waarde van de woning, waarbij afspraken zijn gemaakt over de eventuele terugbetaling van die korting en/of de verdeling van de toekomstige veranderingen in de waarde van de woning.

Het zakelijk recht dat de rechthebbende de bevoegdheid geeft een onroerende zaak van een ander te houden en te gebruiken in de zin van artikel 5:85 lid 1 BW.

Toelichting

In 1992 is de wet inzake erfpachtovereenkomsten gewijzigd. Met ingang van 1 januari 1992 is de erfpachthouder verplicht aan de erfpachter een redelijke vergoeding voor de woning te geven, indien de erfpachtovereenkomst niet wordt opgevolgd door een nieuwe erfpachtovereenkomst. Door deze schadeloosstelling is de resterende duur van de erfpachtovereenkomst bij aankoop van de woning niet meer aan de orde. 

 

Indien er sprake is van beklemrecht, dan dient de huursom van de grond te worden beschouwd als canon.