B9: Onderhandse verkoop

Zoek in

waarborgfonds van het WEW (

In het kort

Tijdens de looptijd van een lening met NHG kan er een wijziging van situatie plaats vinden. Er is dan mogelijk een wens om de lening te wijzigen of door een ingrijpende gebeurtenis zal de lening gewijzigd of afgelost moeten worden. In artikelen B staan de mogelijkheden en voorwaarden.

  • Over ontslag uit hoofdelijke aansprakelijkheid B1
  • Over overlijden B1A
  • Over wijzigingen en verzoeken tijdens de looptijd           
    B2, B3, B4, B5 en B6
  • Over voorkomen verliesmelding                                
    B6 en B7
  • Over de verliesmelding (en verkoop)                          
    B8, B9, B9A, B10, B11, B11A, B12, B12A, B13, B14 en B17
  • Over meldingen                                                         
    B15, B16 en B18

B9: Onderhandse verkoop

  1. Indien de geldverstrekker vaststelt dat de opbrengst van de woning bij een onderhandse verkoop onvoldoende is om daaruit de vorderingen uit hoofde van de lening te voldoen, dient vóór de verkoop van de woning de marktwaarde vrij van huur en gebruik te worden vastgesteld op basis van een taxatierapport dat is uitgebracht door tussenkomst van een gecertificeerd validatie-instituut (zie Norm 1.7).

  1. De geldverstrekker is verplicht om alle van toepassing zijnde datavelden bij onderhandse verkoop volgens het op de website van de stichting gepubliceerde overzicht onder Datavelden Beheer (kolom beheerevent en kolom klantsituatie) aan de stichting te melden via automatischa data-uitwisseling en te handelen met inachtneming van de alsdan geldende Gedragslijn Intensief Beheer.

  1. Indien de opbrengst van de woning bij een onderhandse verkoop onvoldoende is om daaruit de vorderingen uit hoofde van de lening te voldoen en sprake is van een eindbod lager dan 95% van de marktwaarde vrij van huur en gebruik, mag de geldverstrekker alleen tot acceptatie van het bod overgaan als de geldverstrekker een gegronde reden heeft om het bod te accepteren en de motivatie in het dossier wordt aangehouden.

Iedere natuurlijke persoon, ten behoeve van wie een borgtocht in de zin van artikel 7:850 BW van de stichting tot stand is gekomen tot zekerheid voor de nakoming van zijn betalingsverplichtingen, voortvloeiend uit (een) lening(en). 

1. Een in het Europese deel van Nederland gelegen voor permanente bewoning bestemd en geschikt of
geschikt te maken en als hoofdverblijf dienend gebouw of een gedeelte daarvan, vrij van huur(koop) en/of
(vrucht)gebruik van de woning;
2. De bij dat gebouw behorende grond;
3. Een in het Europese deel van Nederland gelegen woonwagen voor permanente bewoning bestemd en geschikt of geschikt te maken en als hoofdverblijf dienend – niet zijnde een woonwagen met een eigen aandrijving of een woonwagen die ingevolge de Wegenverkeerswet zonder ontheffing over een weg mag worden voortbewogen – of woonwagenstandplaats die blijkens het bestemmingsplan is gelegen op een woonwagencentrum en dat niet is aangewezen om te worden opgeheven.

Eén (of meer) geldlening(en), waarvoor de stichting zich borg heeft gesteld, aangegaan door één of meerdere geldnemer(s) met een geldverstrekker. 

Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen, statutair gevestigd te 's-Gravenhage. 

Toelichting

Wanneer er bij verkoop een restschuld dreigt en het eindbod op de woning lager is dan 95% van de getaxeerde marktwaarde, dan mag het bod worden geaccepteerd als de geldverstrekker zich maximaal heeft ingespannen voor een hoger bod. De geldverstrekker mag alleen tot acceptatie overgaan als de geldverstrekker een gegronde reden heeft om het bod te accepteren en de motivatie in het dossier wordt aangehouden. Hiermee streeft de stichting, zowel in belang van de geldnemer als de borg, naar een zo hoog mogelijke verkoopprijs.