Het is de geldverstrekker toegestaan gedeeltelijk royement te verlenen onder de voorwaarde dat de lening wordt afgelost met het bedrag van de door een taxateur vastgestelde marktwaarde vrij van huur en gebruik van het te royeren gedeelte.
B3: Geen vrijgeven zekerheid

In het kort
Tijdens de looptijd van een lening met NHG kan er een wijziging van situatie plaats vinden. Er is dan mogelijk een wens om de lening te wijzigen of door een ingrijpende gebeurtenis zal de lening gewijzigd of afgelost moeten worden. In artikelen B staan de mogelijkheden en voorwaarden.
- Over ontslag uit hoofdelijke aansprakelijkheid B1
- Over overlijden B1A
- Over wijzigingen en verzoeken tijdens de looptijd
B2, B3, B4, B5 en B6 - Over voorkomen verliesmelding
B6 en B7 - Over de verliesmelding (en verkoop)
B8, B9, B9A, B10, B11, B11A, B12, B12A, B13, B14 en B17 - Over meldingen
B15, B16 en B18
B3: Geen vrijgeven zekerheid
-
De geldverstrekker zal geen voor de lening verplicht bedongen zekerheid als bedoeld in Artikel A2, vrijwillig vrijgeven indien de vorderingen uit de lening niet volledig zijn voldaan, tenzij met voorafgaande schriftelijke toestemming van de stichting. De stichting kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.
Toelichting
Onder zekerheid wordt onder andere verstaan het recht van hypotheek op de woning.
Hiermee wordt zekerheid geboden aan de geldverstrekker dat de lening aan het einde van de looptijd wordt afgelost.
Het is de geldverstrekker niet toegestaan deze zekerheden vrij te geven zonder toestemming van de stichting. Immers, als deze zekerheden worden vrijgegeven kan de lening aan het einde van de looptijd niet worden afgelost en blijft de geldnemer met een restschuld zitten.
Het komt voor dat een gedeelte van het onderpand wordt verkocht. Hierbij valt te denken aan een garage of een stuk grond. In die gevallen moet het hypotheekrecht worden aangepast naar de situatie zoals die is na verkoop van het gedeelte van het onderpand. Omdat de borgstelling is verstrekt voor het onderpand inclusief het te verkopen gedeelte, is het noodzakelijk dat de borgstelling wordt aangepast naar de situatie zoals die is na verkoop van het gedeelte van het onderpand. De lening moet worden afgelost met het bedrag van de waarde van het te royeren gedeelte.
Steeds vaker worden vragen gesteld over hoe om te gaan met de NAM-problematiek in Groningen, met name in die gevallen waarbij is vastgesteld dat de woning moet worden gesloopt. Hierover heeft de stichting het volgende standpunt ingenomen:
Indien als gevolg van schade door aardbevingen is besloten om over te gaan tot sloop van de oude woning en vervolgens nieuwbouw van een gelijkwaardige en bevingsbestendige woning door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) op dezelfde locatie, zal het WEW toestemming verlenen tot het slopen en herbouwen van de woning, Tussen de NAM en de geldnemer(s) wordt een vaststellingsovereenkomst en de depotovereenkomst opgesteld. Van beide documenten dient een afschrift in het hypotheekdossier te worden opgenomen.
Een veel voorkomende situatie is dat de achterblijvende partij een nieuwe partner heeft gevonden. Indien gewenst mag de nieuwe partner toegevoegd worden mits de nieuwe partner tevens eigenaar, schuldenaar en bewoner wordt. Natuurlijk moet de nieuwe partner voldoen aan de dan geldende NHG-regelgeving.
Voor ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid is het uitgangspunt dat sprake moet zijn van een relatiebeëindiging waarbij de vertrekkende partner de woning duurzaam dient te hebben verlaten, of zal verlaten. In het geval dat de vertrekkende partij nog ingeschreven staat op het huidige adres zijn opschortende voorwaarden van toepassing.
In het specifieke geval dat sprake is van ondernemerschap, is ontslag van de ondernemer uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de lening ook toegestaan, onder de nadrukkelijke voorwaarde dat de te ontslagen geldnemer geen (mede-)eigenaar (meer) is van de woning. De geldverstrekker dient hierbij er echter wel voor te zorgen dat bij een eventuele verkoop van de woning, in alle gevallen sprake dient te zijn van een verkoop vrij van huur en gebruik. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van een ontruimingsverklaring. Het is in dat kader aan de geldverstrekker de geldnemer vooraf goed te informeren over de betekenis van een dergelijke verklaring en zich ervan te vergewissen dat de geldnemer zich bewust is van de gevolgen die deze verklaring met zich kunnen brengen.