De opgebouwde waarde van een meeverbonden opbouwproduct, die tegelijk met het afsluiten van de lening plaatsvindt, kan voor de berekening van de financieringslast in mindering worden gebracht op het desbetreffende leningdeel (zie Norm 7.1.2.c).
7.4 Opgebouwde waarde

In het kort
Bij de toetsing of de lening betaalbaar is wordt gekeken naar de financieringslast en financieringslastpercentage op inkomen. Hierin wordt onder andere rekening gehouden met het inkomen, financiële verplichtingen, renteaftrek, en toetsrente en looptijd. In norm 7 staan de voorwaarden op welke wijze getoetst wordt.
- Over de financieringslast Norm 7.1, 7.6 en 7.8
- Over financiële verplichtingen Norm 7.3
- Over de fiscaliteit Norm 7.2 en 7.7
- Over de toetsing Norm 7.4, 7.5 en 7.9
- Over toetsing bij woonwagens Norm 7.10
7.4 Opgebouwde waarde
Toelichting
Indien bij aanvang van de lening de opgebouwde waarde van een bestaande polis wordt gestort in een meeverbonden opbouwproduct, wordt dit bedrag in mindering gebracht op de borgstelling. Immers, het bedrag zit al in “de pot” en behoeft dus niet meer te worden opgebouwd.
Over dit bedrag wordt geen borgtochtprovisie gerekend. Hierbij dient de geldverstrekker rekening te houden met het feit dat de afkoopwaarde in de meeste gevallen pas vrijkomt na aflossing van de oude lening. Derhalve is dit geld nog niet beschikbaar bij het aangaan van de nieuwe lening. Indien men bij de toetsing van de nieuwe lening rekening heeft gehouden met deze opgebouwde waarde is een opschortende voorwaarde van toepassing tot het moment dat de waarde van de oude polis is overgebracht naar de nieuwe polis.